Berghutten, teams en ongeschreven regels

Het zweet staat op mijn voorhoofd, mijn hart gaat hevig tekeer, mijn hele wezen voelt weerstand: ik wil hier weg! Dit is niet mijn bubbel, wat dachten we toen we dit boekten? Waar zijn we aan begonnen? Zoveel geld voor iets wat ik helemaal niet kan… en niet wil.

Help, ik hoor hier niet!

Het is 1 augustus en ik ben in de berghut Gjendesheim (Noorwegen). We hebben zojuist de maaltijd genuttigd in de hut, samen met nog zo’n 100 bergwandelaars. Het ongemak steeg bij mij in de loop van de avond. Iedereen had zo’n dure regenbestendige, ademende outdoorbroek aan, wij waren de enigen in een spijkerbroek. We hadden niet de juiste slippers bij ons (bergschoenen mogen de hut niet in), wisten niet dat je met wildvreemden aan tafel komt te zitten en we lijken de enige niet-Noren. De manager houdt een jolig praatje ter intro van de maaltijd en vertelt over het vlees dat van lokale koeien komt, die met lokaal gras zijn gevoerd en dat het vergetarische eten van heel ver komt. Hij keurt vegetarisme duidelijk af. Tot mijn opluchting zitten er aan onze tafel toch nog 2 vegetariërs en voel ik me niet helemaal alleen. Uit het gesprek aan tafel blijkt dat de Noren de routine in de berghutten er van kinds af aan ingegoten krijgen. Bergwandelen is wat de Noren doen in de zomers, naast vissen.

De 4-daagse tocht die we voor ons hebben is best pittig en hoewel ik getraind heb (in de sportschool en met veel wandelen in Nederland), zakt de moed me in de schoenen. Vergeleken met deze Noren ben ik echt een beginneling. De voorspellingen zijn veel regen en morgenochtend als we vertrekken zal het 2 graden zijn. Heb ik voldoende warme en regenbestendige kleding bij me? Kunnen mijn knieën de afdalingen aan?

Dit wordt echt niks!

Deze tocht waar ik zo naar uit had gekeken, lijkt bij voorbaat al mislukt. Ik kom in het houten stapelbed maar moeilijk in slaap, wordt een aantal keren bezweet wakker en sta op met lood in mijn schoenen. Het is nog mistig als we op de boot stappen die ons naar de andere kant van het Gjendemeer vaart, vanwaar we in een paar dagen terug zullen wandelen. We dumpen onze bagage in de volgende hut (een koffer, die niet te tillen is… hoe hebben we dit zo bedacht?) en gaan moedig en tegen beter weten in, de berg op voor een rondwandeling over de berg de Gjendetunga.

Al na een half uur komen we op een super stijl en glad stuk en bedenken dat we ook nog terug moeten; het advies van de berghutmanager was, vanwege de voorspelde regen, om niet de hele tocht te lopen, maar de berg op en weer terug. We zakken neer voor een boterham. Dit moeten we niet doen. Dit kunnen we echt niet. Dan zien we een groepje jonge gasten de berg op gaan en zij volgen een pad 10 meter verder, wat niet langs zo’n stijle rots gaat. We pakken de spullen op en volgen hen. En ja hoor, dit pad is best te doen.

We kunnen dit!

Bijna boven besluiten we niet terug te gaan maar verder. Dit kunnen we! Het zelfvertrouwen groeit. Bovenop is het uitzicht over het ijskoude meer en de besneeuwde bergtoppen en in de verte de gletsjer echt fantastisch. Ik zweet overal (te warm gekleed😉), en oh wat geniet ik. Het ongemak is gezakt. Net nadat we fantastische foto’s hebben gemaakt in een sneeuwveldje zien we een groepje rendieren. Ze kijken ons verbaasd aan en wij hen.

Onze bergtocht is ineens geen beproeving meer, maar het is genieten. Dit was wat we voor ogen hadden! Als even later de regen begint en we na 1,5 uur als verzopen katjes in de berghut terugkomen, is het ongemakkelijke gevoel van de nacht ervoor verdwenen. We weten niet hoe de routine in de hut gaat en nee, we hebben geen dure outdoorkleren, maar wel goeie schoenen, getrainde benen en goede regenpakken. En we gaan er een topweek van maken!

Ongeschreven regels in teams

Toen ik daar zo liep in de bergen dwaalden mijn gedachten af naar het ongemak dat je kunt voelen als je in een nieuw team terecht komt. Je hebt je enorm verheugd op je nieuwe baan, hebt de juiste skills in huis, bent ongelofelijk gemotiveerd, en dan op je eerste dag breekt het zweet je uit. Hoe gaat het er hier eigenlijk aan toe? Hoe ga ik mijn weg vinden? Hoe kom ik tot mijn recht? Allerlei praktische vragen schieten door je hoofd: wat is de dresscode? Moet ik lunch meenemen of niet? Kun je praten vanachter je computer of is het bedoeling dat je je mond houdt? Iedereen lijkt op z’n gemak, behalve jij. De onzekerheid groeit: kan ik dit? Wil ik dit?

Zoek je eigen weg!

Ik ken mensen die na een week het voor gezien houden, die het niet lukt om voorbij het ongemak te komen. Maar ik weet ook uit ervaring dat het even doorbijten is. Ik herinner me nog goed dat ik 2,5 jaar geleden als interimmer bij PUM begon en na een hele werkdag op kantoor dacht: ‘dit kan ik niet meer, zo’n hele dag achter een PC’. En gelukkig had ik het lef om dit te ventileren tegen een collega, die het herkende en zei ‘zoek gewoon je eigen manier, je hoeft echt niet 8 uur op een stoel te zitten als dat niet bij je past’. Een opluchting. De dagen daarna nam ik een trein later, zodat ik niet in de spits zat, maakte wandelafspraken in het naastgelegen Haagse Bos en deed veelvuldig rondjes op kantoor (veel efficiënter dan al die mailtjes en chatjes in Teams).

Ventileer je ongemak!

En wie mij een beetje kent, weet al wat de conclusie gaat zijn van deze blog: ventileer je ongemak, maak je behoeftes kenbaar, ga het gesprek aan! En dat geldt net zo goed voor degenen die niet nieuw zijn en al jaren in belemmerende patronen zitten. We zijn zo gewend te praten over de inhoud van ons werk en vinden het vaak zo moeilijk om het te hebben over hoe we ons voelen op kantoor. Dat wordt als onprofessioneel af gedaan. En waarom? Het is juist super professioneel als jij aankaart hoe jij het beste kunt functioneren. Want als we allemaal maar ongemakkelijk zitten te werken, dan bereiken we niet de resultaten die we willen en kunnen. Dat is pas onprofessioneel.

Verbinding op de werkvloer

Toen ik onlangs op mijn website zat te scrollen zag ik dit stukje weer eens en daar sluit ik graag mee af:

Wat zou je graag zien dat jullie drive voor de WHY, verbinding op de werkvloer juist bevordert. Dat er een cultuur is van open, respectvolle communicatie. Dat jullie op een prettige en effectieve manier samenwerken. Je vraagt je af hoe dan?

Ach je raadt het al, bespreek met elkaar HOE jullie (willen) samenwerken. De belangrijkste competenties daarbij zijn: empathisch luisteren en helder uiten. Uitgaan van de gedeelde behoeften en daarop voortbouwen.

Vind je het lastig?  Dan kan ik jullie wellicht helpen. In een vrijblijvend (intake-)gesprek kunnen we verkennen wat jullie vraag is en wat ik daarin kan bieden.

Ik kijk ernaar uit!

P.s. wil je weten hoe de tocht in de bergen verder verliep? Elke dag heb ik weer grenzen verlegd en ontdekt dat ik veel meer kan dan ik vooraf dacht. Ik heb ontdekt dat regen je vakantie niet hoeft te bederven; de Noren zeggen: ‘there is no bad weather, only bad clothing’. De schouwspellen van laaghangende wolken tussen de rotsige bergen zijn voor mij het hoogtepunt van onze reis geworden. En verder? De foto’s spreken hopelijk voor zich, en zo niet, dan vertel ik je er graag (al wandelend) meer over. ❤